VERBEKE, Annelies
Slaap!
…..
Hij duwde terug en ik viel. En krabbelde overeind en viel weer. Ik had nog nooit gevochten. De drie schaduwen juichten. Stan riep: ‘Meester!’ Het klonk van ver weg. Willy verpletterde mijn longen met zijn knieën. ‘Hoerenjong!’ Ik perste mijn nagels in zijn strot. Hij greep mijn polsen en trok mijn armen achter mijn hoofd. Hij concentreerde zich zo hard op het spuug tussen zijn mond en mijn wang, dat hij mijn handen vergat. Ik vond een steen met een punt. Ik omklemde hem tot ik hem niet meer kon loslaten en sloeg.
Zijn greep verslapte. Hij tastte verbaasd naar zijn voorhoofd. Zijn bloed drupte van mijn hals in mijn kleren. Ik wachtte tot hij viel.
Sommige stiltes zijn anders. Sommige stiltes zitten in je hoofd. Ik stond op en keek naar Stan. Hij schudde mijn pols tot de steen viel. Mijn klasgenoten werden jongetjes. Het eerste geluid dat ik hoorde was de stem van meester Bracke: ‘Dit is heel ernstig, de Gieter, héél ernstig .’
…..