RUDELSHEIM, Marten



Zuid-Nederland

Wie helpt het Nederlands Onderwijs in Vlaams-België steunen?

…..
Een volk dat zich wil verheffen moet zorgen dat het over scholen beschikt, waar aan de kinderen of aan de studenten liefde voor hun taal, liefde voor de geschiedenis van hun land, liefde voor hun nationaliteit wordt ingeprent. Op de lagere school moeten aan het kind, in de taal die het van zijn ouders heeft meegekregen, de algemene begrippen worden bijgebracht, die de grondslag zullen uitmaken van heel zijn verdere opleiding; in het middelbaar onderwijs moeten de knaap en het meisje in de gelegenheid worden gesteld om de algemene kennis, welke zij daar zullen opdoen, in hun eigen, zuivere, beschaafde taal te verwerken, zonder dat daarom de studie van vreemde talen verwaarloosd wordt; daar moet in hen de liefde voor hun stam en hun volk worden opgewekt en de trots op hun nationaliteit worden gekweekt, zonder dat dit tot dweepzucht aanleiding geeft; op de hogeschool moet de student, volgens zijn natuurlijke aanleg, zijn bijzondere gaven ontwikkelen; daar moet hij persoonlijk leren denken en onderzoeken, daar moet hij zich toerusten om zijn sociale rol in de samenleving te vervullen en zich voorzien van de kundigheden die niet alleen hem, maar heel zijn volk ten goede kunnen komen. Daar zal zijn stambewustzijn bloesems beginnen te dragen, waaruit zich weldra de rijke vruchten zullen ontzwachtelen, gedragen door een boom waarvan de wortels in een gezonden bodem zullen gehecht zijn en waarvan de kruin zich in een zuivere, zonnige atmosfeer zal ontplooien.

Is er één vrij volk ter wereld waar het onderwijs dit rationele ontwikkelingsproces niet doormaakt? Ik ken er slechts één enkel en dat volk bewoont een land, waar de beschaving een hoge vlucht heeft genomen, een land, dat, hoe klein het ook moge zijn, een ereplaats inneemt onder de volkeren der wereld; dat volk is de naaste buur van een andere natie, die dezelfde taal spreekt en die in en door deze taal een hoge trap van ontwikkeling heeft bereikt: ik bedoel het Vlaamse volk.

De weinigen uitzonderingen niet te na gesproken, is het onderwijs dat aan het Vlaamse volk verstrekt wordt het onnatuurlijkste en het minst rationele dat men zich denken kan. In Vlaanderen beijvert men zich als het ware om het volk van zijn oorsprong en van zijn taal te vervreemden, daar wordt bij dit volk geen eerbied voor zijn stam, geen liefde voor zijn taal, geen trots op zijn nationaliteit gekweekt, maar doet men al het mogelijke om het aan zijn natuurlijke ontwikkelingsgang te onttrekken, om het van zijn aangeduide levensweg af te leiden, om het een beschaving in de armen te voeren, die aan heel zijn wezen vreemd is en die het niet in zich kan verwerken.

Hoeveel lagere scholen, hetzij openbare of bijzondere, treft men er niet reeds aan, waar de verfransing haar verraderlijke voelhorens uitstrekt? Hoeveel talrijker zijn er niet de middelbare scholen waar de grondige studie van de moedertaal met een vergrootglas te zoeken is en waar de opwekking van het Vlaams nationaal gevoel een onbekende werking is? En wat de hogeschool betreft, ieder die de huidige beweging voor de vervlaamsing der universiteit te Gent kent, weet hoe het daarmee gesteld is.

Indien men zich over één feit zou kunnen verwonderen, dan is het wel over de omstandigheid dat het Vlaamse volk een dergelijke staat van zaken zó lang heeft kunnen verdragen, zonder één ernstige poging aan te wenden om er verandering in te brengen. Want met de besten wil der wereld kan ik het klagen over soortgelijke misstanden niet met de naam van ‘ernstige poging’ bestempelen en kan ik de dikwijls herhaalde verzoekschriften aan wereldlijke of geestelijke overheid gezonden, die het onderwijs in haar gebied hebben, ten einde die toestanden te wijzigen, niet als een ‘ernstige’ werking beschouwen. Die verzoekschriften werden immers aangenomen, ter zijde gelegd en alles bleef bij het oude. Het Vlaamse volk ging voort te berusten en de verfransing, de denationalisering van zijn kinderen werd voortgezet van laag tot hoog. Kan men in zo iets wat anders zien dan een gebrek aan een sterk nationaal bewustzijn, dan een gemis aan een flink ontwikkelde krachtdadigheid? Ik weet wel dat er oorzaken voor deze psychische kwalen aan te geven zijn. Maar even stellig is het dat, wanneer hier van kwalen sprake kan zijn, het ook meer dan tijd is, in het belang van het Vlaamse volk zelf, om te trachten ze te genezen.

…..