MATTELAER, Eugène


De verre stilte


De verre stilte van de verre nacht.

Er is nu rust op paden en wegen,

rust op de lanen en op de stranden rust.

De noordwind sluimert en de zee is stil.

De honden op de verre polderhoeven,

ze slapen wel, nu alle leven slaapt.

Het is heel stil, zo stil of niets bestaat

dan ’t bonzend kloppen van het bange hart

van wie er leeft, alleen in d’eenzaamheid

der verre stilte van de lange nacht.


De zware stilte van de zwarte nacht.

Hoe drukken duisternis en stilte zwaar

op dees kusten, die zo blijde dagen

van zoveel licht en zomerdrukte kenden.

Is nu de dood gekomen in het land?

en zal er nimmermeer gerucht ontwaken?

Nimmer een stormwind tegen duinen slaan?

Noch rijke regens door de nachten ruisen?

Er is geen hoop meer dan op ondergang

in al die stilte in al die duisternis,

die zware stilte van de zwarte nacht.


De vreemde stilte van de blinde nacht.

Zo vreemde nacht als deze was er nooit.

Er wil iets komen uit de verre verte,

iets ongewoons wil sluipend naderkomen.

Men hoort het aan de stilte dat er iets

gaat komen, komen, komen – snel, snel, snel

en hoe te strijden in die blinde nacht?

En hoe te slaan naar iets dat niemand ziet?

Waarheen te vluchten, zo men niet kan weten

Vanwaar iets komt en hoe men kan weerstaan?

Of sluipt het nader, sluw zoals een tijger

en springt het dan? Het is zo stil, doodstil.

Wat zal toch komen van die vreemde stilte?


De lichte stilte van de witte nacht.

De maan verrees gelijk een rode lamp

die vriendelijk wil lichten door het duister.

Hoe mooi de klaarte door de plechtigheid

der hoge boomgewelven op de wegen komt.

En schoon de maan nog laag is in de luchten,

trilt steeds het prille lichten van de morgen.

Wat is de nacht toch vriendelijk en goed.

Wie kan nu haten bij zo blijde schijnen

Wie kan nu vrezen bij zo milde stilte,

en wie ontwaakt niet uit een boze droom

en treedt dan niet met heilig schromen binnen

de lichte stilte van de eeuwige nacht.


Sterven in mei


O dood die nooit vermaant

en die toch alle mensen vangt,

d’een moedig, d’ander bang,

als in een rattenval,

wij kennen jaar noch maand

wij kennen dag noch uur

wanneer de levensduur

eens einden zal.

Wij kennen niet ’t seizoengetij

wanneer wij eenmaal

heengaan van dees wereld

met lach en traan bepereld.


Maar als ik kiezen mag

ik koos de glimlach

van de blije

Mei.


Koning Dood


Als gij dan komen zult

voor d’eindeloze reis

die geen terugkeer duldt –

met één ruk van uw zeis

maai mij in één keer weg.

Neem vlug mijn rijbewijs

en zonder verder overleg

breng mij in ’t land van peis

en vree. – Geliefde, plant

dan op mijn graf een kruis, -

wij zijn toch allen in Gods hand


Maar blijf nog wat van huis

weg, koning zonder vaderland.

Ik zorg dan dat de grote kuis

gedaan en zuiver mijne woning

is. Heb wat geduld als koning,

want is mijn einde uw bekroning,

wees van mijn vraag toch niet verbaasd.

Ik heb geen haast, ik heb geen haast.


Het levensrad


Het levensrad draait voort, dag-uit, dag-in

en elke dag heeft goed zijn eigen zin.


Brengt deze dag ons last en onbehagen?

Brengt deze dag ons vreugd en welbehagen?


En elke dag is niet een milde zon,

Maar elke dag kan zijn: genadebron.



Panta rhei


’t Gaat al voorbij, de jaren en de dagen

het leven is een voetspoor op het zand,

doch ballen wij ons aller vuist te samen

en ploegen wij de voor met vaste hand.


Treurt nooit. God wilt dat wij hard werken zullen

en hoe vergeefs ’t soms is, vol geestdrift staan,

dat wij gans ’t jaar de boodschap stil vervullen,

al breekt een grauwe dag van zorgen aan.


Dood aan de laster


Men neme rood arseen en rattenkruid

en ongebluste kalk en ruw cement

en kokend lood want dat trekt lekker uit

en ’t scherpe gif en ’t bloed van een serpent

met schilfers huid van een leprozen vent

bouillon van nagelsmeer en voetenvuil

salpeter uit een rijpe etterbuil

met gal van vos, hyena en wolvin

en dode daar de lastertongen in


(naar François VILLON)



Nooit de moed opgeven

Kun je niet vliegen, loop

Kun je niet lopen, ga

Kun je niet gaan, kruip

Maar blijf nooit stille staan

Nooit dalen, altijd opgaan

Kun je niet lachen, glimlach

Kun je niet glimlachen, wees toch blij

Kun je niet blij zijn, wees tevreden

Maar nooit de moed opgeven

En immer voorwaarts streven


(English) Never lose courage

If you can't fly, run

If you can't run, walk

If you can't walk, crawl


But never stand still,

never go down, always go up.


If you can't laugh, smile

If you can't smile, be glad

If you can't be glad, be satisfied


But never give up courage

and always strive forward


(français ) Ne jamais perdre courage


Si tu ne peux pas voler, cours

Si tu ne peux pas courir, marche

Si tu ne peux pas marcher, rampe


Mais n’arrrête jamais d’avancer

Ne descends jamais, monte toujours

Si tu ne peux pas rire, souris,

Si tu ne peux pas sourire, sois content,

Si tu ne peux pas être content, sois satisfait


Mais ne perds jamais courage

Et avance toujours


(Deutsch) Verliere nie den Mut


Kannst du nicht fliegen, laufe

Kannst du nicht laufen, gehe

Kannst du nicht gehen, krieche

Aber bleibe niemals stehen

Nie absteigen, immer aufsteigen


Kannst du nicht lachen, lächle

Kannst du nicht lächeln, sei fröhlich

Kannst du nicht fröhlich sein, sei zufrieden


Aber gib niemals den Mut auf,

Und strebe immer vorwärts



(español) No rendirse nunca


Si no puedes volar, camina

Si no puedes caminar, arrástrate

Si no puedes arrastrarte, sigue avanzando


Pero nunca te quedes quieto

Nunca desciendas, siempre asciende


Si no puedes reír, sonríe

Si no puedes sonreír, sé contento

Si no puedes estar contento, sé satisfecho


Pero nunca pierdas el coraje

Y siempre avanza hacia adelante


(Italiano) Mai arrenderti mai


Se non puoi volare, corri

Se non puoi correre, cammina

Se non puoi camminare, striscia


Ma non rimanere mai fermo

Mai scendere, sempre salire


Se non puoi ridere, sorridi

Se non puoi sorridere, sii comunque felice

Se non puoi essere felice, sii soddisfatto


Ma mai arrenderti

E andare sempre avanti.


(português) Nunca Desistir


Se não podes voar, corre

Se não podes correr, caminha

Se não podes caminhar, rasteja


Mas nunca te detenhas

Nunca desças, sempre avança


Não podes rir, sorri

Não podes sorrir, alegra-te

Não podes estar feliz, sê satisfeito


Mas nunca desistas

E sempre avança.


(Afrikaans) Nooit die moed opgee

Kan jy nie vlieg nie, hardloop

Kan jy nie hardloop nie, stap

Kan jy nie stap nie, kruip


Maar bly nooit staan nie

Nooit afneem nie, altyd opstyg


Kan jy nie lag nie, glimlag

Kan jy nie glimlag nie, wees tog bly

Kan jy nie bly wees nie, wees tevrede


Maar gee nooit moed op nie

En streef altyd vorentoe.





Vertaling naar het Middel-Egyptisch door Jozef VERGOTE





















Vertaling naar het Japans door zuster M. Elisabeth va het Karmel te Brugge