KUYPER, Sjoerd



Hotel de grote L

…..
Het was zo’n zondag waarop je wist dat je alles kon. Dat je kon vliegen. Dat iedere bal die je aanraakte in het net van de tegenpartij zou ploffen. Maar ergens anders reed natuurlijk net zo’n jongen als ik naast net zo’n vader als die van mij naar het sportveld en die voelde natuurlijk hetzelfde. Een speler van de tegenpartij. Nou, die had dan pech gehad.

…..
Ik legde de bal op de stip. Toen ik weer rechtop stond, zag ik dat Isabel mij met haar mobieltje stond te filmen. Ik knipoogde naar haar. Als je geen held bent, moet je zorgen dat je er een wordt. Al is het maar voor één iemand in de wereld. Ik knipoogde en op dat moment liet papa alles uit zijn handen vallen, hij greep naar zijn borst en sloeg voorover. Heel even kwam hij nog overeind. Dat gezicht, dat… Het was geen pijn, hij keek niet eens bang. Hij keek verbaasd. Toen zakte hij in elkaar. ‘Papa!’ riep ik. In een soort kramp van paniek punterde ik de bal naast het doel en daarna rende ik naar hem toe.

…..